...
Show More
John Berger, auteur, schilder en kunstcriticus, leerde ons ruim 50 jaar geleden anders naar kunst en naar beelden en foto's kijken, met een vierdelige tv-serie, waarvan dit boek de neerslag is. Noch de marxistische ondertoon, noch de intussen gemeengoed geworden ideeën, doen veel af aan de waarde van dit werk, vooral in de manier waarop het onze manier van beelden bekijken en interpreteren duidt en verdiept. Berger baseerde zich voor een groot deel op Walter Benjamins Walter Benjamin's The Work Of Art in the Age of Mechanical Reproduction.
John Berger heeft geen al te hoge pet op van kunstkenners en kunsthistorici. In zijn ogen gaan hun analyses en interpretaties vaak voorbij aan een heleboel socio-culturele en maatschappelijke elementen die het bekijken van een schilderij beïnvloeden. Schoonheid, waarheid, klassenbewustzijn, smaak, vormentaal en gender. Kijken naar kunst en naar beelden is een taal op zich die door vele brillen en lenzen gelezen kan en moet worden.
Zijn diepgaande kijk-onderzoek over de interpretatie en de niet-artistieke ingrediënten van het olieverfschilderij tussen 1500 en 1900 vond ik fris en verrijkend. Met veel reproducties als voorbeelden leert hij je enkele belangrijke, fundamentele tijd- en plaatsgebonden elementen in acht nemen, waarin de rol van de opdrachtgever en diens bedoeling vaak bepalender zijn dan de talenten en kunstgrepen van de schilder.
Er zijn ook drie hoofdstukken die louter uit afbeeldingen bestaan en dan blijkt zo'n Penguin Pocket-uitgave met kleine zwart-wit-prentjes toch niet zo ideaal. Gelukkig staat het hele boek ook gewoon online, zo ontdekte ik, inclusief grotere kleurenreproducties. Dat zorgde echt wel voor een meerwaarde.
Het laatste hoofdstuk gaat over de rol en de functie van reclame. Dat was in de jaren '70 natuurlijk nog veel meer dan nu een veelbesproken issue. Veel van wat Berger hier aankaart, ben ik zelf in de middelbare school tijdens de jaren '80 tegengekomen in kritische leesteksten, waarbij ik me de woorden 'blikvangers' en 'verborgen verleiders' nog herinner. Toch duikt John Berger ook hier nog net iets dieper in de materie en stelde hij mijn eigen ways of seeing meer op scherp met opnieuw tal van geslaagde visuele voorbeelden. En dat was dan ook precies zijn bedoeling.
John Berger heeft geen al te hoge pet op van kunstkenners en kunsthistorici. In zijn ogen gaan hun analyses en interpretaties vaak voorbij aan een heleboel socio-culturele en maatschappelijke elementen die het bekijken van een schilderij beïnvloeden. Schoonheid, waarheid, klassenbewustzijn, smaak, vormentaal en gender. Kijken naar kunst en naar beelden is een taal op zich die door vele brillen en lenzen gelezen kan en moet worden.
Zijn diepgaande kijk-onderzoek over de interpretatie en de niet-artistieke ingrediënten van het olieverfschilderij tussen 1500 en 1900 vond ik fris en verrijkend. Met veel reproducties als voorbeelden leert hij je enkele belangrijke, fundamentele tijd- en plaatsgebonden elementen in acht nemen, waarin de rol van de opdrachtgever en diens bedoeling vaak bepalender zijn dan de talenten en kunstgrepen van de schilder.
Er zijn ook drie hoofdstukken die louter uit afbeeldingen bestaan en dan blijkt zo'n Penguin Pocket-uitgave met kleine zwart-wit-prentjes toch niet zo ideaal. Gelukkig staat het hele boek ook gewoon online, zo ontdekte ik, inclusief grotere kleurenreproducties. Dat zorgde echt wel voor een meerwaarde.
Het laatste hoofdstuk gaat over de rol en de functie van reclame. Dat was in de jaren '70 natuurlijk nog veel meer dan nu een veelbesproken issue. Veel van wat Berger hier aankaart, ben ik zelf in de middelbare school tijdens de jaren '80 tegengekomen in kritische leesteksten, waarbij ik me de woorden 'blikvangers' en 'verborgen verleiders' nog herinner. Toch duikt John Berger ook hier nog net iets dieper in de materie en stelde hij mijn eigen ways of seeing meer op scherp met opnieuw tal van geslaagde visuele voorbeelden. En dat was dan ook precies zijn bedoeling.