...
Show More
V.S, Naipaul, geboren in Trinidad in 1932 uit Indische ouders wordt beschouwd als een van de belangrijkste Britse schrijvers dietrouwensookal laureaat werd van de Booker Prize met de roman In a free state uit 1971. Als romanschrijver weet hij boeiend werkafte leveren, maar op zijn best is hij toch in zijn reisdocumentaires en zijn so
ciaal geengageerde essays. Naipaul heeft een hekel aan
geschiedvervalsing. In rhe loss of Eldorado uit 1969 beschrijft hijgedetailleerdhetdramavandekolonisatievanhetCaraïbisch gebied. In dit lijvig werk zette hij menig historisch misverstand recht en onthulde hij ook massale slachtingen die met puur racistisch inzicht werden gepleegd op niet blanken. Dit werk kreeg wereldwijde belangstelling en leidde ook tot een hernieuwde kijk van politici op kolonialisatie.
In 1981, Iran leefde toen nog in de euforie van een zeer sterk islamitisch getinte revolutie, publiceerde hij zijn reisdocumentaire Between the Believers(Onderde gelovigen), waarin hij enkele landen, waaronder Iran, die bekeerlingen van de islam herbergen, bezocht en observeerde. Volgens V.S. Naipaul en zijn bronnen is de islam van oorsprong een Arabische godsdienst, en is bijgevolg eenieder die moslim is en geen Arabier een bekeerling (dit is een stelling waar heel wat discussie rond bestaat). Op dat ogenblik wist V.S. Naipaul weinig of niets van de islam maar dat leek hem als overtuigde atheïst een gezonde basis om de bijzonderheden van een geloof dat mogelijkheden in zich droeg om een revolutie te ontketenen te verkennen. Toen al was het thema van bekering steeds aanwezig maar dat drong toen niet zo tot hem door als op zijn tweede reis, bijna twintig jaar, later doorheen dezelfde landen. Between the Believers werd als een informatief boek over een godsdienst in volle evolutie ontvangen. Onder de indruk van zulk een doorwrocht werk zag men het steeds terugkomend woord
'bekering' over het hoofd. In het vervolg van dit boek Beyond Belief (Meerdan geloof), dat in 1997 verscheen heeft het woord 'bekering' naar de islam een angstaanjagende bijklank gekregen.
V.S. Naipaul heeft een afkeer van alles wat nog maar enigzins naar godsdienst riekt, dus heeft hij nog meer dan in Onder de gelovigen de schrijver naar de achtergrond verdrongen. In interviews, die meestal nog via een tolk moeten gebeuren, laat hij de bewoners van het desbetreffende land zelf aan het woord. De ondervraagden zijn meestal wel afkomstig uit hogere standen of studentenmiddens maar dat komt ook omdat juist die mensen in de islam meer dan een geloof zien. De vrouwelijke stem is slechts zelden aanwezig omdat helaas de vrouw in een fundamentele moslimgemeenschap nog altijd geen'stem', laat staan een mening, mag hebben.
Het eerste land dat we in gezelschap van V.S. Naipaul bezoeken is Indonesië. In Indonesië is in tien jaar tijd de islam van religie naar een soort statussymbool geëvolueerd. Heel wat voormalige communisten hebben zich tot de islam bekeerd omdat die meer welstand en macht biedt. De scheiding tussen kerk en staat, een staat waarin ook Hindoes, Boeddhisten, Christenen en atheïsten leven, wordt alsmaar kleiner omdat er verschillende ministers moslim zijn en vanuit een religieus islamitisch standpunt beslissingen nemen. Ook de president zelf is de moslims erg genegen. In Indonesië, waar de persvrijheid onbestaande is, vrije meningsuiting en emancipatie nog altijd mooie maar utopische dromen zijn, is de sympathie van de president natuurlijk erg belangrijk. Het mag dan ook verwonderlijk heten dat de vrouw niet onmondig wordt gehouden, belangrijke functies kan bekleden, vrouwenbladen bestaan en niet meer of minder dan andere bladen gecensureerd worden. Er bestaat zelfs een'milde' vorm van feminisme. Toch zijn heel wat intellectuelen niet gelukkig met de islam als brenger van alle heil en welvaart.
De essayist Gunawan Mohammed doet in dit verband volgende toch wel veelzeggende uitspraak: "De schrijver die zich aansluit bij een of ander groot publiek ideaal als communisme of islam, met al die duidelijk taboes, wordt al heel gauw tot vervalsingen gedwongen!" (blz. 92). Iran stapte na de dictatuur van de Sjah over in de dictatuur van Khomeini. Velen hadden gehoopt dat na de revolutie de Mullahs zich zouden terugtrekken in de heilige stad Oom Oom. Helaas gebeurde dat niet. Khomeini en zijn aanhang maakten de communisten die mee hadden gekozen voor een islamitische staat mond en soms ook helemaal dood. Hij hanteerde een islamitische dictatuur waarin enkel wet was wat hij al dan niet in de naam van Allah verkondigde.
De 'Heilige(?) oorlog' tegen buurland Irak en het weren van Westerse invloeden primeerden. Na de dood van de Ayatollah bleef het land in diepe rouw om zoveel oorlogsdoden en in volledige economische en sociale chaos achter. Het huidig regime is iets minder streng maar de oorlogsveteranen geloven niet meer in het oprichten van een rechtvaardige islamitische staat. Zelfs erg gelovige mensen durven wel eens beweren dat Khomeini een spion van het Westen was, gezonden om Iran in de afgrond te storten. Er komen nieuwe rijke eliteburgers en bewegingen die om seksuele vrijeheid vragen en zich vreemd genoeg Nazi's (?) noemen steken her en der de kop op.
Pakistan is een van die landen waar de religie als wraakmiddel kan gehanteerd worden. Het land lijdt nog altijd onder de afscheiding van India en Bangladesh. Het ideaal om van Paki
stan een vreedzame islamitische staat te maken is door aller. hande revoluties, burgeroorlogen en eeuwenoude vetes,jam~ merlijk in rook opgegaan.
Het laatste land dat V.S. Naipaul bezoekt is Malesië. In Malesic I is nog steeds een sterke populatie van Chinezen aanwezig die kapitaalkrachtig zijn. Maar de Maleisische kampongbevolking die sterk islamitisch is of werd begint meer en meer naar de steden te trekken. Net als in Indonesië betekent ook hier islamitisch zijn een vorm van macht hebben.
Meer dan geloof is zeker geen boek dat mensen die islamitisch zijn wil vingerwijzen of in een kwaad daglicht stellen. Wat het boek ons wel duidelijk wil maken is dat de islamitische wereld zich als een soort nieuwe beschaving naar de 'oude wereld' toe wil profileren en dat zou wel eens een culturele oerknal geven waarvan de oude wereld zich niet van bewust schijnt te zijn.
(André Oyen)
ciaal geengageerde essays. Naipaul heeft een hekel aan
geschiedvervalsing. In rhe loss of Eldorado uit 1969 beschrijft hijgedetailleerdhetdramavandekolonisatievanhetCaraïbisch gebied. In dit lijvig werk zette hij menig historisch misverstand recht en onthulde hij ook massale slachtingen die met puur racistisch inzicht werden gepleegd op niet blanken. Dit werk kreeg wereldwijde belangstelling en leidde ook tot een hernieuwde kijk van politici op kolonialisatie.
In 1981, Iran leefde toen nog in de euforie van een zeer sterk islamitisch getinte revolutie, publiceerde hij zijn reisdocumentaire Between the Believers(Onderde gelovigen), waarin hij enkele landen, waaronder Iran, die bekeerlingen van de islam herbergen, bezocht en observeerde. Volgens V.S. Naipaul en zijn bronnen is de islam van oorsprong een Arabische godsdienst, en is bijgevolg eenieder die moslim is en geen Arabier een bekeerling (dit is een stelling waar heel wat discussie rond bestaat). Op dat ogenblik wist V.S. Naipaul weinig of niets van de islam maar dat leek hem als overtuigde atheïst een gezonde basis om de bijzonderheden van een geloof dat mogelijkheden in zich droeg om een revolutie te ontketenen te verkennen. Toen al was het thema van bekering steeds aanwezig maar dat drong toen niet zo tot hem door als op zijn tweede reis, bijna twintig jaar, later doorheen dezelfde landen. Between the Believers werd als een informatief boek over een godsdienst in volle evolutie ontvangen. Onder de indruk van zulk een doorwrocht werk zag men het steeds terugkomend woord
'bekering' over het hoofd. In het vervolg van dit boek Beyond Belief (Meerdan geloof), dat in 1997 verscheen heeft het woord 'bekering' naar de islam een angstaanjagende bijklank gekregen.
V.S. Naipaul heeft een afkeer van alles wat nog maar enigzins naar godsdienst riekt, dus heeft hij nog meer dan in Onder de gelovigen de schrijver naar de achtergrond verdrongen. In interviews, die meestal nog via een tolk moeten gebeuren, laat hij de bewoners van het desbetreffende land zelf aan het woord. De ondervraagden zijn meestal wel afkomstig uit hogere standen of studentenmiddens maar dat komt ook omdat juist die mensen in de islam meer dan een geloof zien. De vrouwelijke stem is slechts zelden aanwezig omdat helaas de vrouw in een fundamentele moslimgemeenschap nog altijd geen'stem', laat staan een mening, mag hebben.
Het eerste land dat we in gezelschap van V.S. Naipaul bezoeken is Indonesië. In Indonesië is in tien jaar tijd de islam van religie naar een soort statussymbool geëvolueerd. Heel wat voormalige communisten hebben zich tot de islam bekeerd omdat die meer welstand en macht biedt. De scheiding tussen kerk en staat, een staat waarin ook Hindoes, Boeddhisten, Christenen en atheïsten leven, wordt alsmaar kleiner omdat er verschillende ministers moslim zijn en vanuit een religieus islamitisch standpunt beslissingen nemen. Ook de president zelf is de moslims erg genegen. In Indonesië, waar de persvrijheid onbestaande is, vrije meningsuiting en emancipatie nog altijd mooie maar utopische dromen zijn, is de sympathie van de president natuurlijk erg belangrijk. Het mag dan ook verwonderlijk heten dat de vrouw niet onmondig wordt gehouden, belangrijke functies kan bekleden, vrouwenbladen bestaan en niet meer of minder dan andere bladen gecensureerd worden. Er bestaat zelfs een'milde' vorm van feminisme. Toch zijn heel wat intellectuelen niet gelukkig met de islam als brenger van alle heil en welvaart.
De essayist Gunawan Mohammed doet in dit verband volgende toch wel veelzeggende uitspraak: "De schrijver die zich aansluit bij een of ander groot publiek ideaal als communisme of islam, met al die duidelijk taboes, wordt al heel gauw tot vervalsingen gedwongen!" (blz. 92). Iran stapte na de dictatuur van de Sjah over in de dictatuur van Khomeini. Velen hadden gehoopt dat na de revolutie de Mullahs zich zouden terugtrekken in de heilige stad Oom Oom. Helaas gebeurde dat niet. Khomeini en zijn aanhang maakten de communisten die mee hadden gekozen voor een islamitische staat mond en soms ook helemaal dood. Hij hanteerde een islamitische dictatuur waarin enkel wet was wat hij al dan niet in de naam van Allah verkondigde.
De 'Heilige(?) oorlog' tegen buurland Irak en het weren van Westerse invloeden primeerden. Na de dood van de Ayatollah bleef het land in diepe rouw om zoveel oorlogsdoden en in volledige economische en sociale chaos achter. Het huidig regime is iets minder streng maar de oorlogsveteranen geloven niet meer in het oprichten van een rechtvaardige islamitische staat. Zelfs erg gelovige mensen durven wel eens beweren dat Khomeini een spion van het Westen was, gezonden om Iran in de afgrond te storten. Er komen nieuwe rijke eliteburgers en bewegingen die om seksuele vrijeheid vragen en zich vreemd genoeg Nazi's (?) noemen steken her en der de kop op.
Pakistan is een van die landen waar de religie als wraakmiddel kan gehanteerd worden. Het land lijdt nog altijd onder de afscheiding van India en Bangladesh. Het ideaal om van Paki
stan een vreedzame islamitische staat te maken is door aller. hande revoluties, burgeroorlogen en eeuwenoude vetes,jam~ merlijk in rook opgegaan.
Het laatste land dat V.S. Naipaul bezoekt is Malesië. In Malesic I is nog steeds een sterke populatie van Chinezen aanwezig die kapitaalkrachtig zijn. Maar de Maleisische kampongbevolking die sterk islamitisch is of werd begint meer en meer naar de steden te trekken. Net als in Indonesië betekent ook hier islamitisch zijn een vorm van macht hebben.
Meer dan geloof is zeker geen boek dat mensen die islamitisch zijn wil vingerwijzen of in een kwaad daglicht stellen. Wat het boek ons wel duidelijk wil maken is dat de islamitische wereld zich als een soort nieuwe beschaving naar de 'oude wereld' toe wil profileren en dat zou wel eens een culturele oerknal geven waarvan de oude wereld zich niet van bewust schijnt te zijn.
(André Oyen)